Conferentie directeuren kinderopvang 2023

Wat biedt deze conferentie?

We willen met dit aanbod eindverantwoordelijke directeuren of directeur/eigenaren aanspreken. We kiezen voor een kleinschalige benadering waarbij de uitdagingen van die directeuren door middel van een systematische analyse aangepakt worden. Er is veel tijd voor collegiaal contact, diepgang door theoriedelen en dat alles in een geweldige ambiance.

 Wat ga je doen in deze conferentie?

De conferentie is opgebouwd uit vier bouwstenen. Dat zijn de vier deelsessies waarin een bron van frustratie wordt aangepakt, waarover verderop meer.

Dat ‘aanpakken’ gebeurt door middel van een speciaal voor deze conferentie ontworpen 3 stappen model:

1. Analyse van de bron van frustratie.

Doel: Je vindt antwoord op de vraag hoe je als organisatie uit de onmachtstand komt.

     2. Structureren en containen.

Doel: Je krijgt inzicht in de bron van frustratie als een managementopgave binnen de organisatiestructuur.

     3. Focus op managementstijl.

Doel: Je weet de meest renderende managementrol voor jezelf kiezen om het proces aan te sturen.

Je werkt in een deelsessie met 5 à 6 collega’s deze stappen door, na een video-introductie van een externe gast. Aan het eind van de deelsessie verzorg je de terugkoppeling van jullie resultaten aan de groep

De vier ‘bronnen van frustratie’ die we gaan aanpakken zijn:

1. De beperkte bewegingsruimte door de wet en regelgeving maakt het werk als directeur in de kinderopvang nogal routinematig en heel operationeel. Dat lijkt er ook niet beter op te worden nu ook de buitenruimte weer opnieuw onderwerp van verscherpte inspecties zal worden. Hoezo ‘risky play’? We kiezen voor de woorden “er moet veel en er mag weinig”.
2. De schaarste op de arbeidsmarkt heeft ook gevolgen voor het huidige personeel. Werknemers vertrekken als ze het ergens beter (denken te) kunnen krijgen. Omdat het kan, maar ook omdat werknemers meer dan ooit overtuigd zijn van hun meerwaarde voor de organisatie. We kiezen voor de woorden “Ik ben goed en dus wil ik meer verdienen”.
3. Een groot deel van het kinderopvangaanbod wordt inmiddels geleverd in relatie met onderwijs of scholen of binnen IKC’s. In die constellaties is er niet altijd ruimte en respect voor de eigenheid van de kinderopvang. Soms ontstaat de indruk dat kinderopvang aanvullend is of het voorportaal van het onderwijs en dezelfde leerdoelen moet dienen. We kiezen voor de woorden “Gelijkwaardig, maar dan net even anders”.
4. Kinderopvangorganisaties hebben vaak een wat zachte managementcultuur. Er is een voorkeur voor begeleidende, coachende rollen en mentorschap, bij de manager zelf maar ook in de teams. Hardere managementstijlen worden vaak niet goed geaccepteerd. Voor de directeur die eindverantwoordelijk is, werkt dat vertragend maar het kost ook bakken energie. We noemen dat “Ze vragen leiding maar eisen aandacht”.

Tussen de deelsessies door zijn er ook nog 2 plenaire theorieblokken. Betsy van de Grift behandelt daarin: ‘Hoe houd je de balans in je verschillende managementrollen?’ en ‘Onderwijs en kinderopvang; keten waar spanning op staat’.